Het chocoladespel: een bord met daarin een chocoladeklaas of -haas (onlangs deden we het met een haas, we kennen onze feesten niet meer) gaat de tafel rond. Om beurt kloppen de deelnemers met een omzwachtelde hamer op de klaas/haas. Er moet een stuk afbreken. Als er geen stuk afbreekt, wordt het bord doorgegeven. De leukste klop is de eerste, wanneer het stuk chocolade nog mooi intact is en de beschadiging dus het grootst. Normaal gezien mag de gastvrouw de eerste keer met de hamer kloppen. Als er een stuk afbreekt en het blijft op het bord liggen, mag de deelnemer aan het chocoladespel dat meteen opeten en nog eens kloppen. Als er een brok naast het bord terechtkomt, mag hij nog wel dat stuk opeten, maar hij wordt onverbiddelijk uit het spel gestoten. Winnaar, ook van de resten van de klaas/haas, is hij (of zij) die als laatste overblijft.