Jwl wijdt op zijn altijd interessante weblog emotionele bedenkingen aan de moord op filmmaker en columnschrijver Théo van Gogh. Hij is verontwaardigd: boos om de moord natuurlijk, maar geneigd om er de betrekkelijkheid van in te zien. Ik reageer op zijn stukje met – denk ik toch – voorzichtige woorden (wat zijn deze kwesties heikel!):
Ik vrees dat kritiek op fundamentalisme zelf altijd op de een of andere manier fundamentalistisch is – en dat roept dan weer andere extreme reacties op; wat er nu in Amsterdam is gebeurd, is, ik wik mijn woorden, in zeker opzicht een logische ontwikkeling (natuurlijk keur ik het af, maar ik zeg alleen maar: er zit een logica in, de logica van het extremisme, van de ongenuanceerde terreur - terreur met kogels, terreur met woorden, met beelden...)
Haat genereert haat. Van Gogh was een intolerante Fortuyn-aanhanger. En iemand die zijn intolerantie rondbazuint, gebruikmakend van de vrijheid van meningsuiting… Neen, hij mocht niet worden vermoord, natuurlijk niet! – maar had dan toch iemand op een redelijke, verstandige, efficiënte manier intellectueel weerwerk geboden…! Nu is het te laat en zijn we in de spiraal van haat en onverdraagzaamheid alweer een rondje verder. Alweer wat onzekerder over waar dit allemaal toe leidt.