AANRANDING
Nu ik het zo bekijk: een aanranding lijkt niets anders te zijn dan een uit de hand gelopen aanraking, het is een aanraking die de beperking die haar eigen is (niet te kunnen doordringen tot het centrum) miskent. En die daardoor iets heel pijnlijks teweegbrengt. Iets dat de aanrander per definitie nooit ten volle kan inschatten – en de aangerande nooit ten volle kan herstellen.
Zo begrepen is een aanranding niet altijd een verkrachting (hoewel de metaforen van periferie en centrum en doordringen onmiddellijk die connotatie oproepen). Het kan om een mislukte poging tot strelen gaan. Zoals er tussen het kosmische en het komische maar één letter verschil is, zoals Nabokov ons leert in zijn Gogol-monografie, zo gaapt er ook tussen aanraken en aanranden soms maar een heel nauw kloofje.