AARLEN
Ook Aarlen is, net als Aardenburg, niet veel méér dan een coördinaat. Hoewel ik er tot voor kort nooit ben geweest, heeft die stad in mijn mentale topografie altijd wel wat betekend. En wel hierom: Aarlen ligt in het uiterste zuidoostelijke punt van het land waarin ik leef. Zelf woon ik ook in een uiterste punt, of toch ongeveer: het uiterste noordwesten. Aan de tegenovergestelde kant dus. Aarlen is daardoor een oriëntatiepunt, een baken. En de afstand Brugge-Aarlen, zowat driehonderd kilometer, is een lengtemaat, evengoed als kilometers of meters lengtematen zijn. Verder dan Aarlen kun je in België niet komen. Arlon, moet ik eigenlijk zeggen.
Aarlen hoort thuis in de categorie Maastricht, Duinkerken, Biarritz, Ventimiglia…, allemaal steden die in hoeken liggen.
Intussen ben ik wél in Aarlen geweest. Dat was een jaar of drie geleden. Nu is het in mijn beleving een beetje meer een stad geworden zoals er zovele andere zijn: een chaotische ruimtelijke ordening, wat warrige invalswegen, een marktplein met kasseien en vergane glorie, en een terras waarop ik een streekbiertje nuttig. Niet meer dat verre oriëntatiepunt in de verte, maar een plek die in hoge mate inwisselbaar is met al die andere plekken waar er een chaotische ruimtelijke ordening, wat warrige invalswegen, een marktplein met kasseien en vergane glorie, en een terras zijn waarop ik een streekbiertje nuttig, plaatsen zoals Lier, Namur, Diest, Mons…