woensdag 17 februari 2016

driekleur 232



Hij zag geen sterretjes maar wel een kolkend samenstel van cirkels in allerlei soorten zwart. Te midden van al dat zwart lichtte een sidderende, felgele streep op. Daarna werd het een rode streep en daarna groen met oranje. Een ritmisch gebonk in zijn hoofd leek het bloed van achter zijn oog tegen zijn voorhoofd te stuwen. Het was een stuwing die geen geluid en geen kleur verdroeg, zelfs geen zwart.
 
Joost Zwagerman, Vals licht, 455 (Dwarsligger-editie)