maandag 1 februari 2016

vierenvijftig 113



25 januari 2016

maandag

CASINO / SCHANDPAAL

© Hisroshi Sugimoto
We stapten langs de waterlijn, de havenmuur achter ons, weg van het al tanende zonlicht. In de verte wogen de grijze wolken zo zwaar door dat ze op de Knokse rij van appartementsgebouwen leken te willen rusten. Er was nog licht, maar ternauwernood. Het nam al af. We stapten naast elkaar, we spraken over onze leeftijd en maakten de balans op en wat nu? Een vlucht scholeksters scheerde over het water, dat met zulke rustige golfjes aankabbelde dat ik moest denken aan de foto’s van Hiroshi Sugimoto. Ik voelde hoe een hevige aandrang – een puur fysieke klacht, te lapidair voor woorden – alles in mij begon te overheersen. Ik trok bleek weg, voelde het fluweel in mijn benen, werd misselijk. En alle etablissementen waren gebarricadeerd tegen een winter die nooit was willen komen. Het werd een krampachtige tocht, van zitbank naar zitbank, tot aan het eerste café dat wél open was. Neen, lapidair is niet het juiste woord. We kwamen op tijd en dat leek me nu toch wel het voornaamste. Op het casino stond in grote kapitalen getekend, te fleurig ingekleurd voor de tijd van het jaar en voor de gelegenheid: ‘nothing lasts forever’. ¶

Een incident in Koksijde met een asielzoeker die in het zwembad een meisje zou aangeraakt hebben, leidt, onder aanvoering van de liberale burgemeester, tot een aanscherping van de hetze tegen de hele asielzoekerspopulatie. Hoogst onrechtvaardig natuurlijk, en bovendien blijkt dat het helemaal niet zeker is dat er een incident zou zijn geweest in dat zwembad. Maar de burgemeester wordt door zijn partijtop niet gedesavoueerd, integendeel. Op Facebook gonst het. Een oud krantenbericht wordt opgediept: in 2014 heeft in Geel een gemeenteraadslid van Groen een vrouw begluurd in het zwembad. De man, met name genoemd in het artikel, trad af. Er werd niet, zoals nu met de asielzoekers in Koksijde, gezegd dat voortaan alle Groen-leden de toegang tot het zwembad moest worden ontzegd. Dergelijke veralgemeningen permitteren wij ons enkel ten aanzien van vreemdelingen. Ik ben het daarmee eens en laat dat ook weten. Maar ik laat ook verstaan dat ik niet vind dat die man nog eens met naam moet worden genoemd: ‘Over de verschillende behandeling van zedendelicten in Geel en Koksijde omdat het in Geel niet en in Koksijde wel tot een stigmatisering van een hele bevolkingsgroep leidt, ben ik het honderd procent eens. Maar daar gaat het mij niet om. Het gaat er mij om dat dat Geelse gemeenteraadslid hier de bevestiging krijgt dat zijn naam om de haverklap zal worden bovengehaald, ook al heeft hij eventueel al op de blaren gezeten: er is de juridische straf, en dan komt daar ook nog eens de eeuwigdurende schandpaal van het internet bij.’ Ik schrijf er ook nog bij dat de politieke kleur van de betrokkene voor mij irrelevant is: ik heb op FB zowaar al een N-VA-mandataris verdedigd om precies dezelfde reden. Ook zijn naam wordt op de haverklap opgediept als het om zedendelicten gaat. Maar bij mijn weten is de man nooit veroordeeld. En zelfs indien dat wel het geval zou zijn, vind ik dat dat als straf zou moeten volstaan. De goegemeente moet zich op de semipublieke ruimte van de sociale media niet bezighouden met het voortdurend brandmerken van personen. ¶