vrijdag 5 februari 2016

vierenvijftig 117


29 januari 2016

vrijdag

UNICITEIT / GESPREKJES

Het verband tussen de uniciteit van de herkenning in de verliefdheid (waarbij het kan gebeuren dat een ander zich niet kan voorstellen wat de verliefde nu eigenlijk in zijn, of haar, uitverkorene ziet) en het herkennen van de gelijkenis in een getekend portret: waar de ene de gelijkenis ziet, ziet de ander het niet. – En wat is het dan precies dat maakt dat een portret gelijkend is, wat is in een gelaat de decisieve typerende gelaatstrek? ¶

© Der Himmel über Berlin
Een korte uitstap naar de supermarkt om de hoek levert twee korte gesprekjes op. Eentje met J., die mij doet schrikken door mij tussen de aardappelen en de courgettes een hand op mijn schouder te leggen, een beetje zoals de engel in Der Himmel über Berlin – met hem heb ik het over ons Facebookincidentje van vorige week, ik herinnerde het mij al niet meer waarover het ging maar J. wist het wel nog, het ging over intellectualisme; en, op de terugweg, eentje met de postbode, die me vertelde dat hij voor mij de Visie bij zich had en dat onlangs zijn ronde met tweehonderd bussen ofte zo maar eventjes twintig procent was uitgebreid maar hij vond het niet erg want hij was in de aanloop naar zijn pensionering toch al aan het uitbollen en op halftijds overgeschakeld. ¶