maandag 1 februari 2016

los ingeslagen 300


11 januari 2002

De stilte snijdt, er is niemand, er is geen werk, er is geen uitkomst. Wie zal de studies van mijn kinderen betalen? Wie zal in mijn plaats oud worden in deze omstandigheden?

*

Opvallend toch, die gelijkenis tussen de romans van Coetzee en Franzen: in beide legt een professor filologie het aan met een veel te jonge studente en komt daardoor ten val… Of: het beperkt aantal mogelijke scenario’s in een oorlogsvrije tijd.

*

Verlossende telefoon van Lannoo: vertaling in ’t verschiet, weliswaar met een zeer prangende deadline.

*

Het aangrijpende concert van ‘Duveltjeskermis’: de rechtstreeksheid, de zogenaamde naïviteit van die ouwe liedjes. Don’t fence me in, Ich bin vom Kopf bis Fuss…De présence van Esmée Bos. Schuchter, sensueel, integer. Wanneer ik haar bij het kopen van een cd achteraf rechtuit zeg dat ik er echt van genoten heb, is ze zichtbaar verheugd – en dat doet me dan weer veel plezier… Ik ga met P. nog iets drinken in De Kleine Nachtmuziek (…) ik wil de mooie indruk die het concert heeft gemaakt, ook bij haar, niet bezoedelen.