donderdag 31 maart 2022

Hans Rosling, Feitenkennis

notitie 151

(220331)

 

TREK UW PLAN

 

Zo is ’t gemakkelijk! Vlak voor je komt te gaan zeggen dat alles oké is met de wereld en dat diegenen die vinden dat dat niet zo is er zich ten onrechte zorgen over maken. En dan toch nog inderhaast vijf probleempjes signaleren waar misschien best iets aan zou gedaan worden. Dat is wat Hans Rosling vlak voor zijn dood deed met zijn boek Feitenkennis, dat postuum uitgroeide tot een enorm wereldwijd succes, wellicht niet het minst doordat het aan de behoefte tot geruststelling beantwoordt. Always look at the bright side!

Het boek bevat een massieve hoeveelheid data, met keurige bronvermelding, verwerkt in aanschouwelijke grafiekjes en ingekookt tot ‘Tien redenen waarom we een verkeerd beeld van de wereld hebben en waarom het beter gaat dan je denkt’ – zoals de ondertitel luidt. De redenering die grote delen van Roslings betoog schraagt is: als je ziet hoe we vanuit pessimistische vooroordelen vaak bepaalde – met cijfermateriaal onderbouwbare – positieve ontwikkelingen opvallend verkeerd inschatten, dan kun je toch niet anders dan met een rooskleurigere blik naar de werkelijkheid kijken! En inderdaad: vaak confronteert Rosling mij met mijn irrationele voorkeur voor worst, kaas en scenario’s.

Dit leidt tot tien aanbevelingen. Rosling maant mij aan om:

- niet te denken in termen van kloven en tegenstellingen;
- opener te staan voor goed nieuws;
- ons te hoeden voor onze neiging om te denken dat negatieve evoluties niet kunnen ombuigen;
- niet toe te geven aan onze behoefte aan angst;
- de verhoudingen in de omvang van fenomenen goed onder ogen te houden;
- niet toe te geven aan onze neiging om te veralgemenen;
- niet meteen te denken dat ontwikkelingen onvermijdelijk zijn op basis van een vooronderstelde lotsbestemming;
- de zaken vanuit verschillende perspectieven te bekijken;
- niet toe te geven aan de neiging om voor alles een zondebok aan te wijzen;
- niet toe te geven aan de oproep van onheilsprofeten om meteen in actie te schieten omdat de problemen urgent zouden zijn.

Feitenkennis bevat zeker heel wat waardevolle argumenten om een al te nadrukkelijk doemdenken te relativeren en om te bewijzen dat de wereld er in vele opzichten echt wel op vooruitgaat. Rosling lijkt gedreven door een onstuitbaar, welhaast messianistisch vooruitgangsgeloof. Hij lijkt – letterlijk, in zijn geval – een optimist-tot-in-de-kist. Maar zijn boek is een verraderlijke constructie. Want achter deze goednieuwsshow blijft veel onvermeld.

Ik geef één voorbeeld, wellicht het meest flagrante. In het hoofdstuk over het ‘eenperspectiefinstinct’ heeft Rosling het over het verdwijnen van diersoorten. Hij kiest er drie uit die hem toelaten om te zeggen dat het, ondanks de grote onrust die erover was ontstaan (ze stonden in 1996 op de lijst van de bedreigde diersoorten), nu weer veel beter gaat: de reuzenpanda, de tijger en de zwarte neushoorn. Dat kan waar zijn, maar even waar is dat de vele duizenden dier- en plantensoorten die sinds 1996 zijn verdwenen onvermeld blijven.

En dan, ja, als het venijn in de staart, de vijf problemen: ‘een wereldwijde pandemie, financiële ineenstorting, wereldoorlog, klimaatverandering en extreme armoede’ (245). Afgezien van het feit dat de voorspelling van een pandemie hallucinant accuraat is (Rosling en zijn medewerkers voltooiden het boek in 2018), dient hier, al dan niet fijntjes, te worden opgemerkt dat voor niet één van deze vijf problemen een oplossing wordt gesuggereerd. Rosling lijkt er volledig op te vertrouwen dat het naleven van zijn tien adviezen én de wetenschap het nodige zullen doen om de oplossingen aan te reiken.

Ik ben niet overtuigd. Ja, ik krijg het ambetante gevoel dat Rosling – zeer moedig, dat wel – bij zijn afscheid aan de wereld ons met dit boek een welgemeende boodschap heeft nagelaten maar eigenlijk zei: ‘En trekt nu maar uwe plan.’

Hans Rosling, Feitenkennis (Nederlandse vertaling 2018, 21ste druk 2021 door Annemie de Vries van Factfulness (2018))