dinsdag 16 februari 2021

op naar de zestig 121


Zou een kauw het plezier kennen dat met schrijven of tekenen gepaard gaat? Scheppen ze genoegen in het nalaten van een spoor, het schetsen in sneeuw, het ontwerpen van een chiffre waar ontcijferaars vervolgens hun hoofd op mogen breken? Op sneeuw kunnen de zwarte vogels het niet smetteloos doen: zichtbaar wordt hun landing, hun gehuppel, hun plotsklaps opvliegen. Met hun potige signatuur leggen ze hun turende spoorlezers in de luren. Hun richtingloos gehuppel vormt een grondeloos raadsel voor hermeneuten van de kouwe grond. En ja, zo moet een mens wel wat bij elkaar lullen om aan honderd woorden te geraken.

210209