J. laat een lied horen van Willem Vermandere, over kinderen die op het voormalige Duitse oorlogskerkhof van Lauwe spelen. (Dat kerkhof heeft plaats moeten ruimen voor een verkaveling.) Is het niet te ‘melig’?, vraagt J. Neen, J., het is niet melig. Het is misschien niet de allerbeste muziek, maar het is niet melig. Vermanderes lied Duits kerkhof is een authentiek antwoord op een vraag. Het is een lied dat troost wil zijn. Dan doet het er niet meer toe dat het cliché niet wordt overstegen.
Wij noemen het lied melig omdat wij ons onvermogen niet onder ogen wensen te zien. Stel dat we zouden beseffen dat we zelf misschien niet genoeg bij de dingen stilstaan. En: het antwoord dat die dingen ons vragen, moet, kán toch niet altijd origineel zijn? Soms heeft een mens enkel amechtige formules ter beschikking.
Gewoon een antwoord dat al duizend keer gegeven is op een vraag die al duizend keer werd gesteld.
Een ritueel.
En dan diezelfde Willem Vermandere die, gevraagd naar een reactie op de dood van Wannes Van de Velde, gewoon een stukje op zijn klarinet begint te spelen.