maandag 22 februari 2021

wolken 4004-4020

wolkenfragmenten uit Oek de Jong, Zwarte schuur

4004

Boven het Museumplein dreven nog donkere wolken, aangelicht door de lage zon. (13)

4005

Hij keek naar de donkere wolken boven de stad. (14)

4006

Ze stonden stil voor een tweeluik dat was geïnspireerd op het Flatiron Building in Manhattan; op de eigenaardige driehoekige vorm van die oude wolkenkrabber in de avond, niet meer dan contouren, in een sneeuwjacht zou je kunnen denken, en op de voorgrond de rode vorm van een kadaver. (40)

4007

Het schilderij van de wolkenkrabber en het kadaver nam haar in beslag. (41)

4008

Bomen, figuren, wolkenkrabbers. Ik heb ook eens die foto van Stieglitz van het Flatiron Building in de sneeuw in tweevoud gekocht. Voor mij een van de mooiste gebouwen in Manhattan, die oude wolkenkrabber. (41)

4009

Ik had een man gezien die uit een wolkenkrabber was gesprongen. (41)

4010

Ook Stan keek zwijgend naar buiten, haar tijd in Holland onder een Hollandse wolkenlucht nog wat rekkend. (118)

4011

Pal achter de kolos van aarde, basaltblokken en een laag asfalt stonden de huizen in het schelle licht van de zon die tussen de wolken door scheen. (120)

4012

Hij keek naar de fel belichte plekken op het zwart en grijs van de zee, waar het zonlicht tussen de wolken door plensde, en naar de snel voortglijdende schaduwen van de wolken zelf. (122)

4013

De wind joeg door de bomen van het kerkhof, het wolkendek trok dicht. (124)

4014

Schaduw van wolken eroverheen. (126)

4015

De zon stond laag en zakte onder de wolken uit. (129)

4016

Het was een winderige dag met grote stukken blauw in de bewolking. (296)

4017

De mannen en vrouwen die op 9/11 uit de brandende wolkenkrabbers waren gesprongen, sommige met hun attachékoffer in de hand, met nog een paar seconden te leven, oneindig lange seconden of juist afschuwelijk korte seconden, waarin ze hun kleren hoorden wapperen en in de diepte sirenes hoorden loeien. (360)

4018

Ze zag het vale licht van de maan en boven de contouren van de cactussen de maan zelf, die tussen de voortglijdende wolken leek op te stijgen in de donkere hemel. (366)

4019

Hij bracht haar naar de plek op de zeedijk waar zijn ouders vanuit de Mercedes over het water hadden gekeken, naar de passerende schepen, de wolkenluchten en de overkant, al dan niet zichtbaar, zijn vader zwijgend, zijn moeder pratend en een enkele maal stilvallend als ze de buitenwereld eindelijk tot zich kon laten doordringen. (451)

4020

De rode luifel van het hotel over de hele breedte van het trottoir, de stroom passanten, de nauwe straat tussen de wolkenkrabbers. (477)