50 – Ik heb mijn
tweede poging om Een klein leven van
– altijd even opzoeken, die naam – Hanya Yanagihara te doorploegen gestaakt. De
eerste keer haakte ik af na 150 bladzijden, en een jaar later de tweede keer na
250 bladzijden. Ik heb in totaal 400 bladzijden gelezen, ik heb dus mijn best
gedaan. Mijn conclusie is dat mijn leven te kort is om alle 750 bladzijden van Een klein leven te lezen.
Natuurlijk vraag ik mij af hoe dat komt, dat ik er niet door
geraak. Want velen zweren toch bij deze roman? Het antwoord is simpel. Een boek
lezen is natuurlijk méér dan een investering van tijd, maar dát is het ook. En
zeker naarmate je ouder wordt: het aantal boeken dat je nog wilt lezen en
herlezen blijft maar toenemen, omgekeerd evenredig met het slinkende aantal
heldere jaren… Welnu, dan wordt een turf van 750 bladzijden met verhoogde
strengheid ter hand genomen.
In het geval van Een
klein leven had ik al veel goeds gehoord, en bovendien was er met het boek
toch ook iets wat mij persoonlijk aanbelangde. Dus zette ik mijn
investeringsbezwaar voorlopig opzij.
Maar het gaat niet. Als je investeert, verlang je iets
terug. Van een roman verwacht ik dat hij goed is. En dat betekent: literaire
kwaliteit. (Ik had het er hier al vaak over wat ik daaronder versta, bijvoorbeeld
hier.)
Een klein leven bevat zeker goede
passages. Yanagihara weet haar personages goed te tekenen, ze legt een groot
psychologisch doorzicht aan de dag. Maar verdorie, waarom heeft ze zoveel
ruimte nodig? Zo volstaat het voor haar bij het relaas van een feestje kennelijk
niet om zich te beperken tot de mededeling wát er op het feestje aan relevants
voor haar verhaallijn is gebeurd. Neen, ze vertelt je ook wie daar allemaal
was, hoe het interieur eruitziet, wie welke cadeautjes bij had, het kleur van
het papier waarin die cadeautjes verpakt waren, en dan ook nog van de strik, de
drankjes die worden geschonken en hoe de cake werd gebakken, hoe de weg naar
het feest was – was er file, was er veel verkeer, waren er gladde plekken – en
natuurlijk ook waar de gasten vandaan kwamen. Enzovoort.
Enfin, ik overdrijf hier natuurlijk een beetje. Maar om kort
te gaan – en dus zeker niet dezelfde fout te maken –: op een gegeven ogenblik
begon ik diagonaal te lezen. Ik was enkel nog geïnteresseerd in het verhaal,
dat dan vooral zijn spankracht haalt uit de bij de lezer opgewekte
nieuwsgierigheid hoe het met het hoofdpersonage Jude zo ver is kunnen komen, hoe
hij is geworden wie hij is en hoe het met hem zal aflopen. En ja, met die
Harold hangt er ook onheil in de lucht. En hoe zullen de vriendschappen
evolueren? Vooral dát zijn de vragen die je opgelost wilt zien. Op een gegeven
ogenblik bestaat de compensatie voor je investering enkel daaruit: het
vooruitzicht van die oplossing.
Dat is te weinig. Zeker ook omdat er, om die
antwoorden te kennen, andere manieren bestaan dan nog eens 500 bladzijden te
vermalen. Ik kan het gewoon eens vragen bij een van mijn informanten. En ik zal
dan ook eens polsen naar wat zíj te melden hebben over de literaire kwaliteit
van Een klein leven, of het dát was
wat hen dat boek van 750 bladzijden heeft doen uitlezen.