zondag 10 maart 2013

schrikkel 363


In een stad kun je vele behoeften bevredigen maar zeker niet alle. Wat staat je bijvoorbeeld te doen als je een uiltje wilt knappen en dat kan niet buiten op een bank in het park omdat het regent of omdat je je daar niet veilig voelt? Dan kun je naar de bibliotheek gaan. Als je daar een vrije stoel vindt, bijvoorbeeld in de tijdschriftenhoek, waar vele Bruggelingen van vreemde komaf op de golven van het internet voeling proberen te houden met het thuisland, kun je even ongestoord wegdommelen achter een schematische suggestie van een kerstboom. Heel gezellig is dat. Er is, welbeschouwd, in de bibliotheek veel oneigenlijk gebruik van de aangeboden faciliteiten. Zo maak ik er zelf wel eens gebruik van de toiletten als ik, tussen mijn dwangmatige bezoekjes aan De Slegte en De Raaklijn in, alweer getroffen ben door een nauwelijks te stuiten ontlastingsaandrang – een in de psychiatrische vakpers beschreven gevolg van het aanschouwen van te veel boeken die ongelezen zullen blijven. Dat ik dan uitgerekend in de bib mijn gram haal, beschouw ik als een kleine daad van subversiviteit.