Willekeur van begin tot eind
Ja, de nonnen in die tijd, dat was willekeur van begin tot
eind. In de verpleegstersschool later was dat anders. Dat waren zo geen
kwezelnonnen, dat was een ander ras. En wij waren dan ook al wat ouder. Maar in
de lagere school wisten de nonnen heel precies wie naar de mis was geweest, en
hoeveel keer: naar de vroegmis, naar het lof… Natuurlijk gingen wij elke zondag
met onze ouders naar de mis, er was geen keuze. Ik ging altijd met mijn moeder
naar de tweede mis, die van half negen. Ik ging graag naar de mis. Dat was
altijd een hele expeditie. ’t Was misschien maar twintig minuutjes te voet,
maar ik deed er drie kwartier over. De tijd ging voorbij met babbelen en
spelen. Ik ging ook graag omwille van de mis zelf – ja, ik was een braaf
meiske, hoor. Ik heb schoenen versleten met alleen maar naar de mis gaan. In de
Mariamaanden, mei en oktober, moesten we tot acht keer per dag dat traject
doen: ’s morgens naar de mis en terug naar huis, dan naar school en ’s middag
thuis eten, dan weer naar school en naar huis, en dan ’s avonds nog eens naar
het lof.
op 22 maart 2008 opgetekend
uit de mond van mijn moeder (1928-2013)