maandag 11 maart 2013

los ingeslagen 82


elf bedenkingen over anti-intellectualisme

1.
De anti-intellectualist stemt erin toe niet te eten van de vruchten van de boom van kennis.

2.
Er bestaat een verband tussen het minderwaardigheidsgevoel van de anti-intellectueel en een door christelijke indoctrinatie veroorzaakt schuldgevoel.

3.
Intellectuelen zijn de slechtst beschermde minderheid.

4.
Intellectuelen zijn per definitie progressief.

5.
Intellectuelen bashen is een sport van rechtse mensen.

6.
Humo is anti-intellectualistisch. De amusementsindustrie drijft op anti-intellectualisme. Door de veralgemening van de ironische Humo-toon wordt elke kritiek ondergraven. Woestijnvis en nu Vier hebben deze strategie geperfectioneerd. Een van de meest succesvolle programma’s van de laatste jaren voert het anti-intellectualisme zelfs op ironische wijze in zijn titel: ‘De slimste mens ter wereld’ – programma dat nota bene de nieuwe Vlaamse leider heeft grootgemaakt. Die zelf op slimme wijze uitpakt met Latijnse citaten: hij steekt zijn slimheid niet weg, niet om een intellectualisme uit te dragen; hoogstens zegt hij dat intellectualisme enkel nog goed is voor de versiering…
Humo: dubbelzinnigheid die de waarheid aantast; geen taboes, met alles kan gelachen worden – maar dat betekent ook dat niets nog au sérieux moet worden genomen. Wat wel au sérieux werd genomen, verzandt vaak in sensatiejournalistiek.
En nu we toch over Humo spreken, Willy Courteaux was lange tijd een van de Humo-journalisten. Zijn echte werk betrof echter de vertaling en bezorging van Shakespeare. In zijn inleiding op zijn vertaling van Julius Caesar schrijft hij: ‘(Shakespeare) wist dat een massa altijd dommer, hartelozer en onberekenbaarder is dan de individuen waaruit ze bestaat, en in haar redeloosheid voor elke zaak gewonnen kan worden.’

7.
Commercie moet het hebben van  de gemakkelijke gedachte en het uit de weg gaan van alles wat onaangenaam en moeilijk is, of wat inspanning of ernst vergt.

8.
Het woord ‘intellectueel’ is een scheldwoord.

9.
De anti-intellectueel conformeert zich aan de totalitaire samenleving.

10.
In Cambodja was onder het regime van Pol Pot wie een bril droeg al verdacht. En in het Roemenië van Ceauçescu moest iedereen die een schrijfmachine bezat zich laten registreren. (Dit zijn twee citaten van Hugo Raes.)

11.
Wie de intellectueel opsluit achter vooroordelen, ziet niet dat de intellectueel ook een mens is en als mens wil erkend worden. Wellicht nog meer als mens dan als intellectueel.