donderdag 21 februari 2013

los ingeslagen 77


10 januari 2013

Wat moet je niet allemaal met Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) bestraffen? Kleine misdrijven of, beter, misdragingen zoals daar zijn deze die ik op mijn eenvoudige ambtenarengang naar het station waarneem en – met kleinburgerlijke ergernis – mentaal noteer: een ostentatief (provocatief) met papierproppen, lege chipszakken en blikjes bevuilde grond naast een parkbank-mét-vuilnisbak; de geur van marihuana tegenover het Vrij Technisch Instituut – ja het wachten op de schoolbel duurt wat lang; slungels met basketpetten die je op het smalle voetpad in de voetgangers- en fietserstunnel tegemoet stappen en door geen duimbreed te wijken nauwelijks ruimte laten om je te laten passeren.

Ik bots tegen jonge ellebogen aan en ben desalniettemin geen voorstander van GAS-boetes. Ik zie meer in GPM of in GOA: Gemeentelijke Pedagogische Maatregelen, of Gemeentelijke Opvoedkundige Assistentie. Je kunt namelijk niet niets doen. En je kunt zeker niet doen alsof er niets aan de hand is. Ik ben namelijk geen voorstander van al te grote permissiviteit. Toch zeker niet als dat niet meer is dan een duur woord voor gezagsloosheid. Gebroken gezinnen, afwezige vaders, een vervrouwelijkt onderwijs – je zou van minder een gebrek aan normbesef krijgen. Het is een antropologisch gegeven: elke samenleving heeft autoriteit nodig om op te voeden. En autoriteit zonder sancties (en beloningen), dat gaat niet. Die kerels die hun rotzooi náást de vuilnisbak werpen, sméken om autoriteit. Niet om sancties maar om autoriteit. Dat mag je hun niet ontzeggen. 50 euro GAS-boete uitschrijven, dat is geen autoriteit. Begeleiding, confronteren met de gevolgen, elementaire regels bijbrengen en hen doen inzien waarvoor die regels dienen: daar gaat het om.

Het schijnt dat voetballer Jonathan Legear, die een maand of twee geleden in dronken toestand met zijn Porsche een benzinestation binnenreed en daar ei zo na de uitbater verpletterde, nu erg onder de indruk is van wat hij meemaakt in het revalidatiecentrum voor zwaargewonden waar hij vrijwilligerswerk doet om tot inkeer te komen.

Vrijheid is niet het tegengestelde van dwang. Dat is een dramatische opvatting. Zelfexpressie kan er maar zijn als er inhoud is. Leven in een samenleving doe je nooit alleen. En gezagsloos opvoeden is ten enenmale onmogelijk. Thomas Mann spreekt in De Toverberg op een gegeven ogenblik (op bladzijde 708, ja jongens, dat is wel een heel erg dik boek) van ‘pedagogische gedecideerdheid’. Wat betekent dat? Dat betekent, onder meer, het vermogen tot afdwingen of zelfs dwingen. Dat vermogen heeft een naam: autoriteit. Maar ‘pedagogische gedecideerdheid’ betekent ook: dat de pedagoog zelf een mening heeft, hoewel hij nooit honderd procent zeker is. En dat is de fout die heden ten dage veel te gemakkelijk wordt gemaakt: iedereen stelt het hebben van een mening uit en ontloopt zijn verantwoordelijkheid omdat hij niet meer stellig durft te zijn. Angst om toch geen gelijk te hebben regeert, en angst, dat is geweten, is de slechtste raadgever – hetgeen geen verwaarloosbaar gegeven is als het gaat om de relatie tussen opvoeder (raadgever) en kinderen of adolescenten.