9 januari 2013
Het is nu alweer een paar dagen geleden en eerst dacht ik
het niet te zullen opschrijven omdat er ten allen kant al meer dan genoeg
aandacht aan wordt besteed, maar het blijft door mijn hoofd spoken en op gevaar
af hier iets te schrijven dat al geschreven is (ik lees lang niet alles wat er
over het Heerschap-In-Maatpak (HIM) verschijnt), moet ik hier toch een paar
dingen kwijt over het optreden van Bart De Wever op 3 of 4 januari, dat weet ik
niet meer precies, op de nieuwjaarsreceptie van de Nieuw-Vlaamse Alliantie
(N-VA). De televisiebeelden van dat optreden liggen nog altijd zwaar op mijn
maag.
1. Bij de ingang van de feestzaal stonden militanten van de
christelijke vakbond pamfletten uit te delen waarop zij de aankomende N-VA-leden
wezen op hun asociaal programma. Dat HIM daar in zijn toespraak op reageerde,
tot daar aan toe, maar dat hij het bestond om de ‘kleine ACW-spaarder’ te
schofferen, dat was er wat mij betreft wel over. (Dat ging zo: HIM verweet het
ACW ‘aan onze deur’ te komen klagen over het te kapitalistische programma van
de N-VA terwijl het zelf op de beurs rammelde met de vermogens van zijn leden,
die vaak ARCO-aandelen hebben en die zijn, wellicht, mee de dieperik in
gesleurd door het zinken van ACW-slagschip Dexia.) Alsof die ‘kleine spaarders’
iets kunnen doen aan het eventuele wanbeheer van de ACW-bonzen! Ik hoop dat al
wie ARCO-aandelen heeft verloren én voor de
N-VA gestemd heeft, tot andere inzichten komt.
2. De uitspraak ‘Ik zal in 2013 fundamenteel vrolijk zijn’
en de pantomime die HIM daarbij opvoerde. In het beeldverslag was de quote ongetwijfeld
uit zijn verband gerukt, maar ik vermoed dat het een antwoord was op de
criticasters die HIM verweten dat hij, na op tv – overigens niet
onverdienstelijk, ik was ook gecharmeerd – de clown te hebben uitgehangen in De Slimste Mens Ter Wereld, blijkbaar
het lachen verleerd was. (Het heeft ook iets met dat spectaculaire vermageren
te maken, maar nog veel meer met wat macht, of het vooruitzicht op macht, met
een mens doet.) ‘Ik neem mij voor in 2013 fundamenteel vrolijk te zijn’, zei De
Wever op een allerminst vrolijke manier – dat wil zeggen, zoals we hem
inmiddels hebben leren kennen: verbeten, cassant, chagrijnig, pissig,
verongelijkt, effenaf kwaad. En eenzaam. Waarop hij een klein en duidelijk
ingestudeerd pantomimetje uitvoerde: hij bedekte zijn gelaat met zijn vrije
hand en schoof vervolgens deze hand naar beneden. Zichtbaar werd een in een
‘vrolijk’ bedoelde lach veranderde verkrampte gelaatsuitdrukking, maar het was
in werkelijkheid een diabolische grijns, die niets met vreugde te maken had.
Dat op zich is erg. Zeer erg. Maar wat eigenlijk nog erger
is, en iets om fundamenteel treurig van te worden, is dat HIM met deze act
volkomen cynisch de rol opneemt die hij in het mediacircus, dat hij zeer goed
kent – dank u Woestijnvis! –, te spelen heeft. Dit heeft niets met ideeën te
maken, maar alles met imago en beeldvorming. Een dergelijk cynisch vertoon is –
voor zover ik weet – du jamais vu in
de Belgische politiek. Af en toe staat er wel eens iemand met een papiertje of
een foto te wapperen op het spreekgestoelte van een of ander parlement, maar
dat is dan nog om wat gezegd wordt visueel te ondersteunen, zou je kunnen
zeggen. Men is zich bewust van de aanwezigheid van camera’s en men weet zeer
goed welke beelden het televisiejournaal of de krant halen. Maar de politicus
als stand up comedian, dat is toch
nog nooit vertoond. Ik vond het weerzinwekkend en, ik geef het niet graag toe,
beangstigend. Ik weet dat je zuinig moet zijn met verwijzingen naar de jaren
dertig maar wanneer theater en politiek zich met elkaar vermengen – niet in de
zin van politiek theater maar van theatrale politiek – ontstaat er iets wat in
het beste geval alleen maar klef is.
Bij deze act kan, neen moet, nog een korte beschouwing. Was
HIM zich bij zijn mime bewust van de mogelijke connotatie van ‘de maskers laten
vallen’? Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat in beide richtingen het
antwoord verontrustend is. Als het antwoord negatief is, verraadt dit domheid
en hebben we te maken met een toekomstig politiek leider die niet goed is in
het inschatten van gevoeligheden, en die zo gefixeerd is op het oogsten van succes
dat hij de impact van zijn woorden en de manier waarop hij ze uitspreekt
onvoldoende inschat. Is het antwoord positief – ja, HIM wist dat hij door van
achter zijn hand met een ander gelaat tevoorschijn te treden de connotatie ‘de
maskers vallen af’ zou oproepen –, dan is dit een uitermate beangstigende
manifestatie van hoogmoed: hij is al zo ver heen dat hij er niets meer van
aantrekt dat er manifest een verschil zichtbaar wordt tussen schijn en
werkelijkheid. En dat er dus een verschil is.
‘Ze hebben genoegen genomen met het masker, ze zullen nu ook wel de werkelijke
inhoud slikken.’ Dat lijkt de boodschap te zijn, indien we aannemen dat HIM
zich bewust was van alle ‘nevenwerkingen ‘ van zijn act. We kunnen alleen maar
– en ik schreef het hier al – hopen dat hoogmoed ook dit keer voor de val
komt.
Dat de aangekondigde en gedemonstreerde vrolijkheid alleen
maar grimmigheid is, bleek ook uit HIM’s laatste woord. Ook dat – ‘Zet die
ploat oep!’ – was een ingestudeerd comedynummertje. Op zich – je moet sportief
blijven – niet eens een slechte correctie op de blunder die een smet had
geworpen op zijn triomfalistische overwinningsspeech op 14 oktober. Maar het is
mij te doen om dat grijnslachje dat te zien was op HIM’s gelaat toen de dj –
dit keer naadloos – You Ain’t Seen
Nothing Yet van Bachmann, Turner, Overdrive (BTO) meteen na zijn bevel liet
aanvatten. Dat was een lachje waarin meer verbetenheid, cassantheid,
chagrijnigheid, pissigheid, verongelijktheid, effenaf kwaadheid te zien was dan
oprechte ‘vrolijkheid’.
Dat BTO, een one-hit-wonder overigens, al evenmin als die
rapper van het overwinningsfeest iets met de zo geprezen ‘Vlaamse identiteit’
te maken heeft, het is beneden mijn waardigheid om daarop te wijzen. Maar dat
HIM met deze recuperatie voor mij voorgoed het monument You Ain’t Seen Nothing Yet heeft aangetast, vergeef ik hem nooit.