30 – Bruno Van Dycke hield gisteren
open atelier en zoals elk jaar ging ik er ook nu weer heen – ’t was een
wandelingetje, bedoeld om de namiddag te breken en zo kwam ik toch ook eens
buiten. Bruno’s werk is ondertussen ook weer een jaartje verder: die man staat
begot niet stil. Zijn schilderingen van monolieten zijn monumentaal, en met een
indrukwekkende behandeling van de vrij grote vlakken. Deze schilder kent zijn
materiaal, zijn palet trouwens is een tafelblad waarop – zeer fotogeniek! –
klodders verf en half dichtgeknepen tubes een merkwaardig stilleven, of
landschap, vormen. Ik praatte wat met Bruno, en dan kwam er nog een andere man
bij staan, die ook schilder bleek te zijn en die op een nogal vervelende manier
het gesprek naar zichzelf, en naar zíjn werk, toe haalde. Maar goed, we hadden
het dus over die vlakken, en over de relatie tussen het geschilderde voorwerp
en de achtergrond. Die op een heel andere manier geschilderd was: veel vlakker,
eentoniger, egaler en zónder reliëf. Ik sprak Bruno op dat contrast aan. Niet dat
het mij stoorde of zo, neen, ik stelde eigenlijk gewoon een vraag. Hij vond het
interessant. Hij haalde er de kleur van de muur bij, waaraan hij zijn
schilderijen had opgehangen, maar ook Rembrandt, wiens onderwerpen ook zo
afstaken tegen een donkere en ánders geschilderde achtergrond. Ja maar, wierp
ik tegen, Rembrandt schilderde mensen, geen stenen. Enfin, ik wist eigenlijk
niet goed of dat er toe deed – wat is het moeilijk om over kunst iets zinnigs
te zeggen. En dan zag ik de reeks van drie, ook monolieten, aan de andere muur
van het atelier hangen, en hoe die drie een andere relatie tussen figuur en
achtergrond vertoonden: hier raakte de figuur wél, in tegenstelling tot de
reeks van drie waarbij we ons gesprekje hadden gevoerd, de rand van schilderij
– en dat leek me opeens de oplossing van het vraagstuk. Hoewel de achtergrond
ook hier vlak, eentonig, egaal en zonder reliëf geschilderd was, gewoon als een
glacis, vond ik hier het contrast tussen achtergrond en figuur (pasteus,
onregelmatig, met vele tinten en te onderscheiden toetsen aangebracht) helemaal
géén probleem. Omdat er een tweede spanning bij kwam: naast die tussen figuur
en achtergrond ook nog eens die tussen figuur en rand.