R treedt op deze blog
aan als gast. Hij neemt zich voor mij 365 berichten te sturen en hij gaf mij de
toestemming deze berichten hier te plaatsen.
R wenst anoniem te
blijven.
Dag Pascal,
Ook waarheid is ‘in the eye of the beholder’. Mijn vrouw
heeft er vaak moeite mee dat ik de werkelijkheid een handje help als deze
tekort schiet. Dat ze er niet altijd moeite mee heeft, komt omdat ze zich er
niet altijd van bewust is dat ik help. Na bijna 25 huwelijk staat ze op scherp
en vermoed ze ook onwaarheden in die enkele gevallen dat ik met de
werkelijkheid genoegen neem. Waarheid heeft bijna geen autonome waarde: het
gaat erom wat je ermee doet. Zo heb ik het leren zien.
Vroeger was dat anders. Toen had ik de neiging om negatieve
waarheden een hogere waarde toe te kennen dan de positieve. Dat maar 5 procent
van de moorden wordt opgelost, bijvoorbeeld. Dat zou je niet zeggen als je vaak
naar detectives kijkt. In damesfilms en misdaadseries wordt de werkelijkheid
uitstekend geholpen. En dat tachtig procent van de proefpersonen in het
Milgram-onderzoek een dodelijke niveau van stroomsterkte verstrekte, dat leek
me ook een belangrijker waarheid dan dat Greenpeace 500.000 donateurs heeft.
De waarheid door te laten dringen tot het diepste niveau, en
ermee te leven valt niet altijd mee. Dan wil taal nog wel eens helpen. In
‘Onfatsoenlijke herinneringen’ beschrijft Wim Kayser hoe een SS-arts patiënten
doodde nadat deze aan experimenten waren blootgesteld. Dat gebeurde vaak met
een injectie van benzine, rechtstreeks in het hart, het ‘benzinespuitje’. En de
betreffende SS-arts zegt dan steevast bij het toedienen ervan ‘Kom. Ik zal je
even helpen’.
Groet, R