zondag 1 september 2013

los ingeslagen 108


1 juli 2013

Om kwart over zes op weg, het door Ramsey Nasr voorgedragen gedicht ‘Man en vrouw’ van Adriaan Roland Holst in de oren:

Na jaren lust, vermeende liefde, en later
afkeer, en later weer doodmoe verdrongen
wrok om ontgoocheling…

Het is een wrang, bitter gedicht over het huwelijk; het doet me heel erg denken aan dat van Elsschot: dezelfde teneur, nauwelijks minder expliciet de ontgoocheling uitschreeuwend.

…Sindsdien, als verdreven,
Gaan zij de stenen weg van hun nadagen
langs het gewezen paradijs. Zij zagen
zonder een woord naar de verloren dreven.


En dan zie ik met mijn geestesoog opnieuw wat ik gisteren in Ryckevelde zag, toen ik er met S. door de centrale dreef fietste: opeens, rechts, in de dreef die door het nieuw aangeplante bos leidt (waar twintig jaar geleden nog een langs alle kanten omsloten akker lag, ongeveer twee hectare groot): een man achter een fototoestel op statief, en een meter of vijf dieper de dreef in een hurkende vrouw. Ik denk, dat kan toch niet zijn, maar dan staat ze recht en zie ik haar in volle glorie: naakt, een prachtig, vol, zeer vrouwelijk lichaam, brede heupen, grote borsten, lange manen. De herinnering aan deze dreef verlies ik nooit.