zondag 8 september 2013
los ingeslagen 111
19 juli 2013
Ik heb gisteren langdurig zitten kijken naar de Touretappe die twee keer l’Alpe D’Huez aandeed. Ik heb genoten van de sport en van de landschappen, maar heb me toch ook wel ferm geërgerd aan de fauna die daar aan weerszijden van de weg stond opgesteld. Ik mag hier doen wat de renners duidelijk niet mogen als ze nog nahijgend na de rit worden geïnterviewd: openlijk mijn ergernis uitspreken.
Als iets populair wordt, barst het op de duur uit zijn voegen. Dat is een wet. En het is op zich een nieuwsfeit, dat door ‘de media’ moet worden ‘gecovered’. Wat het effect nog versterkt natuurlijk. ‘Bocht 7’ van de beklimming van l’Alpe D’Huez is zo’n fenomeen. De ‘Hollanders’ hebben die bocht ingepalmd. Het eerste jaar staan er honderd, dan vijfhonderd, dan drieduizend – en op een bepaald ogenblik staan er méér dan er kunnen staan. Maar, zo weten ze, dit komt op de televisie, dus komen ze met nóg meer. Het gaat deze mensen al lang niet meer om het zien passeren van de renners – dat gaat veel beter op een andere berg – maar om ‘erbij’ te zijn. Ze staan er uren te bakken in de zon en dat doe je natuurlijk niet zonder een Heineken uit de koelbox, al dan niet aangedikt met een flinke neut. Jolijt troef, en ’t wordt op de duur een heus carnaval. Hartstikke leuk! Carnaval midden in de zomer, op een berg in Frankrijk. En het komt dan nog thuis op de buis. Verkleden dus maar, want we moeten opvallen. En als iedereen verkleed is, en dus niemand nog opvalt, dan moet het maar met ontkleden. Borat-onderbroek, broek afsteken als de mobiele camera passeert, of gewoon helemaal naakt: moet ook kunnen.
’t Is me een zootje daar op de berg. En de renners moeten oog hebben voor waar ze rijden tussen al die mannen – het zijn allemaal mannen die zich daar misdragen – die géén oog hebben voor hen.
Ze lopen met de renners mee, ze gooien met bier, ze zwaaien met vlaggen. Ze maken foto’s. Duizenden foto’s maken ze. Honderdduizenden. Maar ze zien niets.
Het kan niet anders of er gebeuren ongelukken. Gisteren kwam er een paar keer een bijna-accident in beeld. (En er zullen heel veel bijna-accidenten niet in beeld gekomen zijn.) Het is wachten op valpartijen, aanrijdingen, koersvervalsingen. Maar het is toch nog niet eens dat wat mij het meest ergert. Het is die georkestreerde ongegeneerdheid, die tot norm verheven laveloosheid, en ook dat je je er niet aan mag ergeren. De renners hebben duidelijk het consigne gekregen om hun onbegrip/weerzin/woede niet uit te spreken. De Tour is een door sponsoren georganiseerd circus en daar hebben zij kritiekloos in mee te draaien.
Ik vraag me af: hoe komen deze beelden van zatte en onverantwoorde zogenaamde fans, van schaamteloze exhibitionisten, van dwaas en verdwaasd gepeupel over in de vele buitenlanden waar deze beelden ook gretig aftrek vinden? Ik weet niet of dat het geval is in bijvoorbeeld China of neem een willekeurig islamitisch land. Stel dat je deze taferelen te zien krijgt in Turkije of Oman of Afghanistan? Wat zullen ze er daar van denken? Mooie etalage van de westerse samenleving, die door gekke Hollanders bezette Franse Alpenberg.
Wat zegt het over een samenleving, als deze aan dit soort toestanden geen paal en perk kan stellen?