Ik rumineer wat over mijn leven, want ik durf het geen
'mediteren' noemen. En ik wandel wat in mijn kortelings verworven tuin, waarin
nog volop rozen bloeien (gele en rode). De dikke zwarte cowboy en tijger, de
twee aanloopkatten hebben mij in de vlucht gegroet, en ook de merel Willy met
gehavende staart kwam op afstand aangehuppeld.