26 juli 2013
Tuurlijk dat kinderen tegenwoordig veel langer thuis
blijven. Wij waren op ons achttiende ‘de piste in’ (zoals dat in
West-Vlaanderen wordt gezegd), nu is het al een succes als ze voor hun achtentwíntigste
op eigen benen gaan staan. Uiteraard spelen economische motieven mee: alleen
gaan wonen is onbetaalbaar geworden. Ook voelen ze zich niet echt geroepen om
een koppeltje te gaan vormen: met al die echtscheidingen in de generatie van
hun ouders is het niet meer dan logisch dat ze twee of meer dan twee keer
nadenken over de slaagkansen van een relatie op de langere termijn. Bovendien
hebben ze, door al hun contacten – echte en virtuele – een stevig ontwikkeld
besef van de contingentie van de partnerkeuze: waarom uitgerekend die en niet
een van de vele mogelijke andere? Hun ouders werden veel grondiger bepaald door
een romantisch ‘besef’ van voorbeschikking. Bovendien waren zij hun hele jeugd blootgesteld
aan een door de godsdienst gestuurde moraliteit waarin exclusiviteit, trouw en
procreatie als belangrijke waarden werden voorgesteld. Die wereld blijkt nu
zeer ver verwijderd van de MTV-clips die schaamteloos een hoerige promiscuïteit
en een totale verloedering van liefde en seks uitdragen. En dan is er nóg een
oorzaak van het langer thuisblijven, eentje waarover ik nog nergens iets heb
horen zeggen. Een kind heeft, wanneer het de leeftijd van twintig of
vijfentwintig bereikt, al vele jaren voor een computerscherm doorgebracht en
daar heeft het ándere dingen gedaan dan zich, door zich in de realiteit van het
spel op straat, het praten op café of het flikflooien in een nis of achter een
boom, voor te bereiden op het échte leven. Ze zijn gewoon niet klaar om wanneer
ze de (voorgeschreven) leeftijd van volwassenheid hebben bereikt volwassen te
zíjn. Je kunt je afvragen of ze niet door het in hoge mate virtuele bestaan dat
ze tot dan hebben geleid een pedagogische achterstand oplopen. Hoeveel dingen
ze ook leren met hun computers en het internet, oog in oog met de realiteit
blijven ze veel langer onvolwassen dan vroeger toen het, jawel, zoveel beter
was. En dus blijven velen van hen, niet allemaal natuurlijk, langer thuis.