30 juli 2013
Facebook. En wat het met een mens doet.
Gisteren was er op Facebook de hele dag een
opsporingsbericht aan het rondgonzen. ‘Delen alstublieft’, klonk de boodschap.
‘Deze verdwijning is echt onrustbarend.’ Serieuze mensen als Dirk Verhofstadt
en Tessa Vermeiren deden eraan mee. Zij kenden die jonge vrouw, of haar ouders.
Zij communiceerden hun ongerustheid. Doordat je die mensen respecteert, zet je
even je ongeïnteresseerdheid aan de kant. Wie is die Aurore R.? Een foto.
Blond, goedlachs. Een goed meisje. Altijd iemands kind ook. R.?, zou het
familie zijn van – en dan denk je aan een man die je ooit bij een uitgeverij
hebt ontmoet. Een link met de realiteit.
Waar buiten Facebook dergelijke opsporingsberichten je
Siberisch koud laten, geraak je er hier willens nillens dichter op betrokken.
En dat voel je dan ook wanneer ’s avonds al even viraal de onheilstijding wordt
verspreid: Aurore R. is dood aangetroffen. Dat raakt je. Nooit ontmoet of zelfs
maar van ver gekend, die vrouw, en toch voel je verdriet. Wellicht ook omdat je
meevoelt met al die verdrieten van al die andere mensen.
Vandaag beheerst dit slechte nieuws de online kranten en het
televisiejournaal. Dan zie je ook hoe die sociale media een op zich, hoe erg
ook, niet zo belangrijke gebeurtenis uitvergroten. Die collectieve, grotendeels
virtuele betrokkenheid vergroot het belang. Je mist intimiteit in dat bericht.
Sommige zaken hoeven wij toch echt niet te weten? En dan worden reporters naar
de Gentse Feesten gestuurd – daar was het dat Aurore R. naartoe was gegaan,
alvorens midden in de nacht helemaal alleen de lange wandeling naar haar op de
parkeerplaats van de Carrefour van Sint-Denijs-Westrem achtergelaten auto te maken.
Bij beschonken feestvierders – het is zeven uur in de ochtend en daar rukken de
vuilniswagens al aan – peilt de reporter naar de impact van het gebeurde op hun
feestgevoel. Schokkend vind ik dat. Obsceen.
Een van de geïnterviewden zegt iets verstandigs. Het is niet
prettig om vast te stellen, maar het is goed om eraan te worden herinnerd dat
het misschien niet zo’n goed idee is om als vrouw alleen op zo’n ontiegelijk
uur een lange wandeling door de stad en door bepaalde achterbuurten van de stad
te maken. Dat is een verschrikkelijk terechte opmerking: in zo’n wereld leven
we ook, al dan niet met feestgedruis op de achtergrond.