Te laat voor de laatste trein, geparkeerd in dit hotel. In een
– zoals dat dan heet – anonieme
hotelkamer. Overbodig adjectief: alle hotelkamers zijn, op hun nummer na, naam-
en identiteitloos. Wie hier het laatst heeft geslapen, is al lang weer weg. Opgehangen
in een hoek brengt een tv de wereld binnen, die ook vandaag verder is
ondergegaan en uit het stof opgestaan. Ik kijk nog even, maar verkies dan het
boek – en vervolgens de slaap. De dag is lang geweest, ik ben er even niet.