Alleen achtergebleven in het kantoor. Wilde zeker vanavond
nog dat dossier afwerken. Thuis wacht er toch niemand op me. Als ik nog een
uurtje doorwerk, is er al een deel van de avond voorbij. Voor morgen geven ze
mooi weer uit: kan ik misschien eerst nog joggen en dan wat later opdraven.
Goed systeem, die glijdende uren. Werkt goed weg overigens, als iedereen
vertrokken is. ’t Is merkwaardig stil. Geen telefoons meer, ook. Enkel ik en
het scherm. Opperste concentratie. ’t Heeft iets vrijs, iets van mij alleen. Zou
nog uren kunnen doorgaan – maar ja, dat gaat nu ook weer niet. Hoe laat is het,
acht uur? Ik doe nog een halfuurtje. Ben dan nog op tijd voor Reyers Laat. En morgen sluit ik dat
dossier helemaal af. Ze zullen niet kunnen zeggen dat ik er niet aan heb
doorgewerkt. Overuren.