Van gisteren wil ik onthouden dat ik tegen elf uur ’s avonds aan, toen mijn trein al bijna een halfuur stilstond tussen Maria-Aalter en Beernem, een gesprek aanknoopte met een vriendelijke jongeman, waaruit nogmaals blijkt dat hoe meer vertraging de treinen hebben, hoe vlotter het sociaal verkeer erop verloopt.
Vandaag moet ik wat werken, maar wil ik ook lezen, schrijven, opruimen en voor eten zorgen voor mijn kinderen. Vanmiddag wil ik met S. allerlei ‘uitdagingen’ die op haar afkomen bespreken. En vanavond komt J. – we zouden naar een film kunnen kijken.