Van gisteren wil ik onthouden dat ik domweg ontroerd was toen ik zag dat Kim Clijsters ontroerd was nadat ze de finale van de Australian Open had gewonnen, dat de zeelucht me genas, dat het C. na al die jaren nog spijt dat ze destijds niet een van haar studentinnen, wier resultaten echt niet voldoende waren, had ontraden om Romaanse filologie te gaan studeren, dat S. zei dat het haar veel moeite kost om zich de stemmen van overledenen voor de geest te halen en dat C. me vroeg om in een ‘aperitievenwinkel’ eens voor haar te zoeken naar een fles ‘Délice de Pêche’, een drankje dat volgens haar in Bourgondië wordt gedistilleerd.
Vandaag ben ik al heel vroeg op en wil ik schrijven, verder lezen in Het verslag van Brodeck, koken voor mijn moeder, deze namiddag een halfuurtje kijken naar het wereldkampioenschap veldrijden en misschien nog een wandeling maken.