080320 – Ik las in betrekkelijk korte tijd Boetekleed, De cementen tuin, Aan Chesil Beach, Zaterdag en nu Ziek van liefde. Ik heb het nu wel even gehad met Ian McEwan.
Tijdens een incident met een luchtballon ontstaat er tussen twee mensen, die elkaar daar voor het eerst ontmoeten, een speciale band. De ene wil dat, de andere niet. De ene stalkt, de andere ondergaat daarvan de gevolgen. McEwan verknoopt dit gegeven in een amalgaam van psychologische en evolutionistische theorieën, in een spel van waan en werkelijkheid. Welke gevoelens zijn echt, welke niet? Wie houdt wie in de tang van zijn dwanggedachten? Spannend! Maar het glijdt van me af als douchewater nadat ik me heb ingesmeerd met uierzalf. (Schijnt goed te zijn voor de huid.) En daarom: ik heb het nu wel even gehad. Het is een procédé, een stramien, een truc eigenlijk. McEwan schrijft meesterlijk, maar hij is, als auteur, totaal afwezig in zijn boeken – en dat is op de een of andere manier onaangenaam, onaanvaardbaar. Soms kreeg ik de indruk, bij deze Ziek van liefde, dat ‘McEwan’ een firmanaam is, de dekmantel van een schrijfbureau. Zo glad en perfect is het allemaal.