090319 – Tom Barman interviewt voor de televisie Nick Cave. Cave vertelt de anekdote dat hij samen met Johnny Cash een liedje mocht zingen. Nooit gedacht toen ik hem de trap af zag sukkelen, zegt Cave, dat hij dat nog zou kunnen. Enfin, ze zingen het liedje in, en dan zegt de producer: ‘Nog eens.’ Heb ik dan vals gezongen?, denkt Cave, maar neen, het is Cash die zijn toon niet haalde, en ze doen het over. Het zijn die kleine dingen, zegt Cave, die het leven de moeite waard maken.
Dat klinkt als een understatement. Barman lacht, hij zit al de hele tijd hyperkynetisch op zijn stoel te wrikken. ‘Dat pakken ze me niet meer af.’ Dat voegt Cave er nog aan toe.
Het maakt me een beetje ongemakkelijk maar ik sta er verder niet bij stil. Tot S. opmerkt: ‘Waarom zegt iemand: “Dat pakken ze me niet meer af?” Wat betekent dat?’
Een terechte opmerking. Stof tot nadenken. De opmerking maakt van halfgod Cave een heel gewone mens. Een die van speciale momenten, ook al minimaliseert hij ze een beetje hautain (Cásh zong vals, niet ik, haha!), zegt dat ‘ze’ het hem niet meer zullen afpakken.
Wie zegt: 'Dat kunnen ze me niet afpakken', is het al kwijt. Want zo is het nu eenmaal: we kunnen niets vasthouden. Of toch zeer weinig. Het zinnetje drukt de onvrede daarover uit. Het onvermogen om daarin te berusten en desalniettemin de vrede te vinden. Zoiets.