Wat op 6 januari 2021 in Washington DC gebeurde, is ongezien en bijzonder verontrustend. De bezetting van het Capitool door een paar honderd blanke Amerikanen, versterkt door de nu al iconische beelden die de wereld rondgingen, werpt een onuitwisbare smet op de democratie in de Verenigde Staten of op wat daar nog was van overgebleven. Deze gewelddaad, waarbij vier doden vielen, kan misschien nog worden weggezet als onnozel vandalisme, als een uit de hand gelopen feestje van domme, vendelzwaaiende mannetjesputters. Dat kan, met veel goede wil. Maar de speech van de nog in functie zijnde president kan niet worden weggerelativeerd. Ik heb die speech bekeken en beluisterd. Trump speelt zijn laatste troef uit. Hij doet openlijk aan machtsmisbruik, zet aan tot geweld, ondermijnt bewust het politieke systeem. Hij maakt geen onderscheid meer tussen waarheid en leugen. Er is een rechtstreeks oorzakelijk verband tussen deze opruiende speech en de gewelddadige invasie van het Capitool kort daarna. Als het Amerikaanse systeem niet in staat blijkt om deze provocatieve en openlijke criminaliteit op de gepaste juridische wijze te sanctioneren, wordt alles gegarandeerd nog erger. Want dan zal definitief geconsacreerd zijn wat de handlangers van Trump al een tijd voorbereiden: de verbreking van het contract tussen taal, waarheid en ethiek; de criminalisering van de machtsuitoefening; het einde van de democratie; het einde van de wereld zoals we hem kenden.