Hij werd behandeld met kwikzilver en kalomel, maar op meer autoritaire momenten weigerde hij medicijnen
te nemen en zelfs zijn artsen te ontvangen.
Paul Johnson, Napoleon,
177-178
kalomel (het;
g.mv.) (stofn.) 1 kwik-I-chloride
(mercurochloride), bekend (giftig) geneesmiddel (o.a. bij waterzucht) (Hg2Cl2)
2 mineraal dat kalomel (1) bevat
87
Hij ziet er ook uit als een ouwe vechter – groot, breed, met
enorme jatten en zo’n van tuigleer
vervaardigd gezicht, waarin net op de juiste plaatsen diepe plooien zitten.
Simon Carmiggelt, Bemoei
je d’r niet mee, 55
1jat
(de; -ten) (volkst.) 1 hand
88
Als er een wherry of
een kano van de andere kant af kwam, groette Takkie verheugd en ijverig.
A. Koolhaas, Vanwege
een tere huid, 60
wherry (de (m.);
-‘s) lichte (sport)roeiboot waarin iedere roeier (niet meer dan twee) met elke
hand een riem hanteert
89
De tantes, de vroegere nichtjes, waren haar voorgegaan deze
muffe diepte in met het bevel om pret te hebben, de geborduurde angsten in,
door gangen heen met langs de wanden de gestorven glasschitteringen van de
fopdiamanten, de angstaanjagende diademen achtergelaten op de vloeren, de van
satijn genaaide witte rozen, de handschoenen, de mitaines.
A. Koolhaas, Vanwege
een tere huid, 89
mitaine /mitɛ:ne/
(de; -s) (dames)handschoen met alleen een halve duim en zonder vingers
90
Het kruisen van rassen – de simmenthaler met de hoornloze
hereford – boeide haar, de genetische kracht, de heterosis, de sterke groei die het gevolg is van kruisen.
Philip Roth, Amerikaanse
pastorale, 235
heterosis (de
(v.); g.mv.) (biol.) verschijnsel dat bij kruisingen bepaalde eigenschappen
beter ontwikkeld zijn dan bij de ouders