mijn Utopia
Tijdens mijn overpeinzingen de voorbije twee weken
vroeg ik mij natuurlijk af of ik zelf een voorstel tot utopie zou kunnen
bedenken. Hoe zou mijn ideale samenleving eruitzien? Want dat het in een utopie
over een samenlevingsmodel gaat, daar ga ik van uit. Hoewel het helemaal tegen
mijn aard en overtuiging ingaat, en tegen mijn behoedzaamheid ten aanzien van
utopisch denken, heb ik mij toch aan een dergelijke denkoefening gewaagd. Ik
deel u de resultaten mee, maar met de waarschuwing dat ik geen volledigheid heb
nagestreefd en dat mijn voorstel uiteraard nog met tal van kwesties kan worden
aangevuld.
In mijn Utopia zijn uiteraard alle ecologische
problemen van de baan. Hoe dat moet?, daarvoor verwijs ik naar het boek Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op van Ludo De Witte. Ik heb het vooral over zingeving en
persoonlijk welbevinden gehad, maar uiteraard is dit een canapékwestie in
vergelijking met de problemen die op ons afkomen.
Afgezien van dat ecologische probleem is mijn Utopia
niet enkel toegespitst op het faciliteren van de zogenaamde basisbehoeften –
geen gouden lepeltjes en gebraden kiekens, geen harems met ongebreidelde
promiscuïteit, zonder dat dit aanleiding geeft tot hashtagtoestanden welteverstaan.
We kunnen ervan dromen, maar dat is niet meteen een item in de catalogus van
mijn Utopia.
In mijn Utopia wordt geen pensée unique
opgelegd, bijvoorbeeld die van het consumentisme, van het snelle genot, van het
materialisme, zoals die ons door de reclame wordt gedicteerd.
Mijn Utopia is in elk geval een samenleving zonder
reclame. Volgens mij is reclame de bron van zeer veel kwaad. Reclame is per
definitie leugenachtig. Er loopt een rechte lijn van de eerste
publiciteitsboodschappen in de negentiende eeuw tot de totale commercialisering
van de berichtgeving en – meer in het algemeen – de verloedering van het
statuut van ‘de waarheid’ in het fenomeen fake
news.
In mijn Utopia treden de mensen vol vertrouwen de
werkelijkheid tegemoet. Dat vertrouwen hebben zij nodig om bijvoorbeeld het
risico te lopen dat ze door de ander in een échte – niet een virtuele! –
ontmoeting niet worden erkend. Zij
beseffen dat echte erkenning niet wordt gekocht of afgedwongen.
Mijn Utopia is een samenleving waarin het besef dat ontoereikendheid in menselijke relaties onvermijdelijk is niet tot verlamming en lethargie hoeft te leiden.
Mijn Utopia is een samenleving waarin het besef dat ontoereikendheid in menselijke relaties onvermijdelijk is niet tot verlamming en lethargie hoeft te leiden.
In mijn Utopia gaat de samenleving niet ten onder in
een angst die grotendeels het gevolg is van het alles willen beheersen en
controleren, vooral van datgene waarmee we niet vertrouwd zijn – maar ook van
alle opinies die van de pensée unique willen
afwijken. In mijn Utopia is er met andere woorden plaats voor de buurtwinkel,
het dorpsplein, het volkscafé. In mijn Utopia heerst geen neurotische
intolerantie voor roesmiddelen.
Mijn Utopia is een samenleving waarin vormen van
magisch denken, die essentieel zijn voor onze zinbeleving, niet worden
weggesaneerd door een steriel ééndimensionaal nutsdenken; het is een
samenleving waarin bureaucratie en controlezucht de plaats ruimen voor
vertrouwen en ware pedagogische autoriteit. Een samenleving waarin bevlogen
jonge leerkrachten er niet na gemiddeld vijf jaar de brui aan geven en waarin
voor oude leerkrachten respect kan bestaan.
Mijn Utopia is een samenleving waarin andere dan economische
belangen opnieuw een plaats krijgen; waarin niet alles wordt berekend; waarin
niet om de haverklap studiebureaus worden ingeschakeld om zelf niet de
beslissingen te moeten nemen of om de al genomen beslissingen een aura van
wetenschappelijkheid te geven. Waarin sport en cultuur niet worden
gekoloniseerd door de macht van het geld. Waarin Fernand Huts met zijn fikken
van de kunst blijft.
Mijn Utopia is een samenleving waarin elke minderheid
een plaats heeft, ook de meest bedreigde en minst beschermde minderheid, die
van de intellectuelen.
Mijn Utopia is een samenleving waarin iedereen
gelijkwaardig is maar waarin niet zo gemakkelijk als nu wordt toegegeven aan
egalitarisme, wat vaak niet meer dan een vorm van onvermogen is om de werkelijk
uitdagende verschillen onder ogen te zien. Enkel in de aanvaarding van het
gegeven dat niet alles op dezelfde manier vervolmaakbaar is, kan een
pedagogische meerwaarde tot stand komen. Wie de mogelijkheid van mislukking
niet aanvaardt, spiegelt zich zijn réussites voor.
Mijn Utopia is een samenleving waarin er tijd is om
van het leven te genieten en waarin wordt erkend dat dat niet altijd een
evidente zaak is en zeker niet iets wat dwangmatig moet worden nagestreefd.
Mijn Utopia is een samenleving waarin geen tijd, energie en grondstoffen
verloren gaan in het nastreven van nutteloze dingen; een samenleving waarin
iedereen de kans krijgt om in schoonheid troost te vinden voor het verdriet om
de eigen sterfelijkheid en waarin dus ook plaats is voor het onvolmaakte, omdat
schoonheid en onvolmaaktheid hand in hand gaan. Schoonheid die de
onvolkomenheid niet onder ogen wenst te zien, is kitsch.
Mijn Utopia is een samenleving waarin wie niet meer
economisch rendabel is niet aan de kant wordt gezet, waarin het leven niet nodeloos
wordt gerekt, waarin de wetenschap niet elke doos van Pandora opent.
Mijn Utopia is een samenleving waarin een werkelijke
vrije communicatie tussen mensen mogelijk is, dat wil zeggen een communicatie
die is gebaseerd op het empathische respect voor elkaar, voor elkaars emoties
en voor elkaars woorden.