zaterdag 21 juli 2018

utopie 2


(lees hier vanaf het begin)

Je kunt je afvragen wat een mens eigenlijk bezielt om utopieën te creëren.

Maatschappelijk heeft het zeker een functie. Yuval Harari heeft daar in zijn Sapiens het een en ander over te vertellen. Ik neem even een stukje over uit een uitstekende samenvatting van dat boek die op het net te vinden is.

“De creatie van mythen laat Homo sapiens toe om zich van andere mensachtigen te onderscheiden. Mythen maken het mogelijk om grote groepen voor eenzelfde doel te mobiliseren. En daardoor wordt sapiens de meerdere van andere sociale dieren, onder meer Homo neanderthalensis wiens sociaal gedrag wordt bepaald door de genen en dus veel onveranderlijker is. Met het culturele vermogen om mythen te creëren komt Homo sapiens los van de biologie, die andere mensapen in herhaling en determinisme gevangenhoudt.
De mythen betreffen doelen die het individu, de familie, de groep (roedel, kudde…) waarvan alle leden elkaar kennen verre overstijgen. Een groep chimpansees is zelden groter dan vijftig individuen. Een door roddel aan elkaar gelijmde groep Homo sapiens kan tot honderdvijftig individuen tellen. Boven dat getal zijn collectiviserende mythen van doen. Wij kennen dat vandaag ook nog, denk aan geloofsovertuigingen, nationale, economische en juridische ficties. Neem bijvoorbeeld naamloze vennootschappen, die de persoonlijke verantwoordelijkheid afleiden naar een entiteit die niet van vlees en bloed is, waardoor het vrije ondernemerschap een grote stimulans krijgt. Of het geloof in geld, solvabiliteit, enzovoort. Het komt er gewoon op aan een voldoende groot aantal mensen in deze ‘imaginaire realiteiten’ te doen geloven.”

Tot daar Harari.

Je zou de hang naar Utopia in plaats van vanuit het collectief ook vanuit een individuele psychologische of existentiële noodzaak kunnen verklaren.

Wellicht bestaat de behoefte aan een ijkpunt, een maatstaf om de daadwerkelijke alledaagse misère tegen af te meten? Het diepgewortelde geloof in de mogelijkheid van een bétere wereld maakt de onvolkomenheid van het eigen bestaan draaglijker. Hoop doet leven.

Eigenlijk is het denken aan een volmaakte samenleving gewoon een logisch mechanisme. We zien gewoon alle onvolkomenheden in onze omgeving en in onszelf, en om die te definiëren en er vat op te krijgen – wat nodig is om ze te verbeteren – creëren we een volmaaktheid waartegen we ze kunnen afmeten.

Wie er een beetje over nadenkt, ziet in hoe irrationeel het allemaal is. Utopieën zijn nu net utopieën omdat datgene wat ze voorspiegelen niet bestaat en zelfs niet kan bestaan. We maken onszelf iets wijs. Het is een vorm van magisch of irrationeel denken, en zo kennen we nog wel meer vormen van magisch denken.