Dit doen we nu eens echt voor de kinderen. Voor hun plezier.
Dat vinden zij leuk! Hoewel. Niet alleen zij. Wij eigenlijk ook. Laat ons het
maar toegeven: wij vinden dit plezierig, plezant. Niets aan te doen. We moeten
erdoor. We doen het en we beseffen dat het een herinnering wordt. We trappen
ons de ziel uit het lijf, we ensceneren een race. We doen ingewikkelde
inhaalmanoeuvres. We zetten de kinderen aan het gillen. We voelen het zweet
langs onze rug lopen.
En ik besef: deden mijn ouders dit met mij?