M.-A. |
We hoorden talrijke interessante verhalen.
Over hoe M.-A. en J. bij de aankoop van jullie huis de concurrentie hadden van een ander koppel, en dat J. dan onlangs een indertijd gemaakte portrettekening van die verongelukte man aan diens weduwe bezorgde en eindelijk een misverstand kon wegwerken.
Over de reacties van de beide vaders op de mogelijke aankoop
van het huis: ‘Als ge dat koopt zijt ge ne stomme kloot’ versus ‘Als ge dat
niet koopt zijt ge ne stomme kloot’.
Over Odo C., die graag champagneflessen stookt en,toen ze
nog leefden, samen met zijn drie broers kaart speelde en daarbij boterhammen
met rauw gehakt en mosterd verorberde.
Over diezelfde Odo C., die onlangs met zijn kruk inhakte op
een stelletje jongeren dat hem probeerde zijn portefeuille te ontfutselen.
Over de ober van het terras in Gordes, die luidop voor het
hele plein een ‘Ollander’ te kakken zette: ‘Dat is nu al twee uur en
vierendertig minuten en twintig seconden dat diene mens daar al zit, op een van
mijn stoelkes, met één consumptie. Il
faut le faire.’
Over de formidabele vakanties in Murs en dat de kruidenier,
caféuitbater, schaapherder enzovoort die er toen nog waren er nu niet meer
zijn.
Over Robert H., die altijd zijn bureau proper opkuiste en
stipt van negen tot twaalf en van twee tot zes aanwezig was in het museum en
die daar nu een immens gemis achterlaat.
Over de Litauwse schilder Ciurlionis.
Over de gehandicapte dochter van M., en dat M. nu oude dames
gezelschap houdt, onder andere een kasteelvrouw wier echtgenoot na talrijke
familieruzies in zijn eigen vijver is gestapt omdat hij het gehakketak over de
toekomstige erfenis beu was.
En nog veel meer.