Gisteren werd het zo laat dat we op hotel moesten. Maar best
ook, want we werden alweer om negen uur op post verwacht. Indien ik nog een
trein naar huis had moeten nemen (ik had nog net de laatste kunnen halen) en ’s
anderendaags, vandaag dus, met datzelfde transportmiddel opnieuw Brusselwaarts
had moeten reizen, dan had ik niet langer dan een uur of vier kunnen slapen. En
misschien maar drie, want die laatste trein rijdt niet altijd even stipt. Nu duurde
mijn nacht wat langer. Ik ontbeet met enkele van mijn collega’s en stapte vervolgens
statig door de poort de straat op, ten einde mij, voor een nieuwe lange
werkdag, naar het parlement te begeven.