Dat was even schrikken. Een geanimeerde tuindrink ter
gelegenheid van V.’s 60ste verjaardag, à
l’improviste georganiseerd door haar kinderen. Het weer is opvallend goed,
het dessertbuffet succulent, we leren nieuwe mensen kennen – het is een
gemoedelijke bedoening. En plots staat daar…
Ik weet wel, het klinkt zwaar op de hand en het was helemaal
niet de bedoeling van A. om ons aan het schrikken te brengen maar ineens maak ik
die totaal ongewenste associatie, ingegeven door beelden en films uit
historische documentaires, en door dat zeer beladen en nogal uitzonderlijke, quasi
volledig voor dergelijke situaties voorbehouden perspectief, een associatie met
een omstandigheid die niemand van de aanwezigen ooit heeft meegemaakt en – laat
ons hopen – die niemand onder ons ooit zal meemaken, een associatie met
bijeengedreven, wachtende, hopeloze gevangenen die onder bedwang worden
gehouden door een bewaker.
A. maakt haar overzichtsfoto en verdwijnt weer van het dak.
Het was een vluchtig beeld, het verdween even rap als het
was opgedoken. Ik vergat vlug waaraan ik had gedacht, zette het gesprek over
geaderde marmersoorten voort en vraag me nu af of ik de enige was die deze onprettige
bedenking maakte.