Van gisteren moet ik onthouden dat de dokter mij heeft aangeraden om meer voeding met onverzadigde en minder met verzadigde vetten te consumeren.
Vandaag moet ik ’s voormiddags werken en ’s namiddags niet. Ik veronderstel dat er tijd zal zijn voor lectuur en schrijven. Vanavond komen de kinderen eten.