Van gisteren wil ik zeker onthouden dat P. de herinnering aan de uitstap naar Le Cateau van vorige week in een ets heeft vastgelegd, waarvan hij voor elk van ons een exemplaar drukte alvorens een streep te krassen door zijn plaat, en ook dat we, samen met E., J. en P., op de terugweg van P.’s tentoonstelling in Menen liedjes zongen in de auto.
Vandaag moet ik werken voor de Poëziekrant. Maar ik wil ook lezen en schrijven en fietsen. Dat wordt drummen. Op de middag komen de kinderen eten en vanavond is er een etentje met G., G., G. en M.-J. in Damme waardoor ik – stel ik nu vast – de voetbalmatch België-Turkije zal moeten missen.