Van gisteren wil ik onthouden dat ik wakker werd met het droombeeld van een foto van een feestelijk gedekte tafel op een buitenterras met op de achtergrond besneeuwde Alpentoppen. Er stonden zilveren kandelaars op die tafel, en kristallen glazen. Er lagen rode servetten op de borden en een ervan, aan het hoofd van de tafel, was ontsierd door een vlek. De foto heette, zo wist ik in die droom, ‘Vlek’. Van gisteren wil ik ook onthouden dat ik ‘Olé’ van John Coltrane helemaal tot de laatste noot beluisterde en dat ik me nog eens ouderwets sentimenteel liet meesleuren door ‘Sometimes You Can’t Make It On Your Own’ van U2. Ik vergeet ook niet de gunstige indruk die de nieuwe woonst van J. in Geluwe op me maakte.
Vandaag heb ik tijd voor lectuur. Ik wil naar de schoenmaker en vervolgens naar De Slegte omdat ik daar het voorbije weekend het derde en vierde deel van de dagboeken van Viktor Klemperer in de etalage heb zien liggen. Deze namiddag moet ik werken.