Ik herinner mij nog hoe het is gegaan. In een Gentse straat, niet ver van de Brugse Poort, zag ik deze houten krat op het trottoir staan. De bewoners gebruikten de krat wellicht als doos voor het oud papier, dat die dag werd opgehaald. Een mooi recipiënt, maar dat doet niet ter zake. Uiteraard werd mijn aandacht gewekt door het opschrift. Ik kan het lezen nooit laten. ‘Miserere’, en dat in combinatie met de wijn die ooit in deze krat had gelegen want het was een wijnkrat. Dat leek omineus. Mijn aandacht was gevat. Dan kreeg ik het publiciteitsbord op de achtergrond in het vizier. Een voorovergebogen naakte vrouw met een naar haar wijzende, doorgestreepte pijl. De cocktail van impressies en connotaties werd explosief. Maar was dit in één beeld samen te brengen?
Het resultaat van het antwoord op deze vraag is hier te zien. Ik werd geconfronteerd met problemen van leesbaarheid betreffende de elementen op zowel de voor- als de achtergrond. Het woord op de krat moest per se leesbaar zijn want anders had de foto geen zin. Daarom bracht ik het zo groot mogelijk in beeld (afgeremd door enerzijds de wetenschap dat alleen maar die krat fotograferen totaal geen zin heeft en anderzijds de betrachting om ook de voorovergebogen vrouw in het kader te krijgen) en ik leidde de blik naar het woord door te kiezen voor diepteonscherpte. Dat artistieke flou verzachtte zo mogelijk nog de softe erotiek op de achtergrond.
Maar er knaagt iets, nu ik de foto herbekijk. De compositie deugt niet. De zwaartepunten zitten te veel in de hoeken – en dan nog maar in twee van de vier. De rest is opvulling: vijf van de negen vakken waarin je de foto kunt opdelen door middel van twee denkbeeldige horizontale en twee dito verticale lijnen zijn ‘leeg’. Dit beeld brengt elementen samen maar vormt geen geheel. In esthetisch opzicht – compositie, kleur, contrast, gulden snede, enzovoort – valt hier weinig te beleven. Deze foto is te zeer inhoud en te weinig vorm. En dat komt doordat van de inhoud is vertrokken bij het maken ervan.