We zijn, op jullie aanraden, naar Mons geweest, om er de tentoonstelling Tal Coat te bezoeken. We hebben het meteen gedaan want uitstel is te vaak afstel en de einddatum 17 juli zal sneller bereikt zijn dan we het voor mogelijk houden.
Mons stond op stelten want de Fête du Dragon liep er net op zijn eind. De kinderen hadden net de draak verslagen, en liepen nog opgewonden rond op het marktplein. De ouders pimpelden er stevig op los in de talrijke cafés.
In het BAM om de hoek was het heel wat rustiger! Een groot contrast, de verstilde tekeningen en schilderijen van Tal Coat, met het feestgedruis buiten op straat! En vreemd genoeg viel dit contrast ook samen met een aanzienlijk temperatuurverschil: 17,8 graden binnen, zo stond er af te lezen op de thermostaten, terwijl het buiten nogal heet was en bijna dubbel zo warm.
De tentoonstelling maakte indruk. Hier kregen we een bondig overzicht van een lang kunstenaarsleven. Het werk van een man die in alle stilte en bescheidenheid zijn essentie had gezocht en wellicht ook gevonden heeft. Tekeningen tussen prehistorie en modern minimalisme in. Een stevige band met de natuur en met de materie van de natuur: aarde, water, ijle luchten. Een diep besef van tijd en vergankelijkheid. Krachtige lijnen. Intense kleurcontrasten. Ik had het wat moeilijker met de materieschilderijen, maar vond daarentegen de aquarellen en bepaalde lijntekeningen bijzonder sterk. Hoe kleiner de beschilderde oppervlakten, hoe sterker ik de werken vond. Wellicht zegt dat iets over de monumentaliteit van Tal Coats tekeningen, de zeer grafische kant ervan. Sommige werken (een schilderijtje in een van de vitrines, een lijntekening aan de muur) deden mij aan jouw werk denken, Johan, maar ook kwamen, onder meer, Morandi mij voor de geest, en de anonieme kunstenaars van Lascaux, Rothko, Mondriaan, Giacometti (de met potlood getekende zelfportretten).
© Tal Coat |
De vertoonde film vond ik ontroerend. Het pad tussen de achterdeur en het atelier: uitgesleten, door die ene man, het resultaat van vele jaren weg en weer. Het eenzame werken in het atelier. De trillende handen: kan deze oude man nog schilderen? En dan, in een van de tentoonstellingsdocumenten, de kurkdroge mededeling dat, vele jaren na Tal Coats dood, negenhonderd van zijn schilderijen in een brand zijn opgegaan. Het stemt tot nederigheid.
Het gezichtloze zelfportret, gemaakt in het voorlaatste jaar van zijn leven, en het nagenoeg zwarte schilderij dat als laatste in de tentoonstellingsronde was opgehangen: dat zijn twee verpletterende werken die me nog wel een tijdje zullen bijblijven.
Ziedaar een kort en summier verslag. We zijn jullie dankbaar dat jullie ons op het spoor van deze kunstenaar hebben gebracht.
Met jullie goedvinden plaats ik dit verslagje op mijn blog – maar de primeur is uiteraard voor jullie. Oké dat het op de blog komt?
Hartelijke groeten,
P.