Als ik goed kijk kan ik op de foto net het nummer zien, 47, vlak boven de brievenbus in de voordeur, die mijn vader geel had geverfd, weet ik nog. Niet dat je die kleuren ziet, natuurlijk; het is een zwart-witfoto. Naast de deur zit een klein raampje van matglas, met een versiering erin van glas-in-lood. Die versiering kan ik me nog heel goed herinneren. Een rode cirkel, donker robijnrood, met groene en citroengele stralen eromheen.
Jonathan Coe, De regen voor hij valt, 35