Aan de overkant van het gangpad zit een man alleen. Hij speelt patience op zijn Blackberry. Een sociaal perfect aanvaardbare manier van blackberry’en, geen probleem daarmee. Een treinrit is geen Te Deum. Alles peis en vree, ik buig me over mijn boek – u weet wel, zo’n ouderwetse informatiedrager. Opeens weerklinkt het geluid van een afgaande gsm. Het is de rondo capriccio-tune. Een vertrouwd geluid in mijn treinreizigersoren – ik associeer het tegenwoordig in die mate met sporen dat ik altijd even denk dat ik op de trein zit als iemand mij op mijn gsm probeert te bereiken. Ook als ik niet op de trein zit. Gek, nietwaar? De man haalt een ander toestel uit, een overjaarse Nokia ochgot. En beantwoordt de oproep. Je suis sur le train. De toute façon je n’avais pas envie de sortir à Bruxelles. Amusez-vous. Hij stopt de Nokia weg en zet zijn zakformaatpatiencespel voort.
In het volgende compartiment zit een vrouw een pocket te lezen. Wanneer ze mijn nieuwsgierigheid opmerkt, probeert ze alsnog het voorplat weg te kantelen. Te laat, het is Gleese & Skinner, Hoe overleef ik mijn familie!