081203 en 081210 – De voorbije dagen bracht een incident het fenomeen ‘bloggen’ op de agenda. Als u op die spreekwoordelijke andere planeet leeft waar u nu uit de lucht zou vallen, moet u maar eens ‘googlen’ op ‘Crem+Lubbe’. Nu (081210) alweer niet veel meer dan een stormpje in een borrelglas water, toen (eind november) toch iets wat de allure aannam van een fikse rel waarin gewichtige termen vielen als ‘privacy’, ‘ministeriële waardigheid’, ‘vrijheid van meningsuiting’ en ‘aantasting van de integriteit’.
Hanteert de blogger, zoals ondergetekende er een is, een instrument van democratische opinievorming en vrije meningsuiting (en ook van artistieke creatie, maar dat doet hier minder ter zake)? Heeft hij zich te onderwerpen aan spelregels zoals die ook gelden in meer ingeburgerde (en door een hoofdredactie gecontroleerde) media en in het ‘normale’ sociale verkeer – ik denk aan ‘respect’, ‘discretie’, ‘privacy’…?
Ik antwoord op beide vragen volmondig ‘ja’. Maar in het eerste ja moet u minder volmondigheid horen meeklinken want ik relativeer de impact van wat ik hier doe, en van wat bloggers in het algemeen doen, terwijl ik anderzijds op deze plek, net als elders overigens, zeer zeker het nodige probeer te doen om ieders privacy te respecteren en niet in diskrediet te brengen.
Tot nog toe is dat aardig gelukt, denk ik. Ik gebruik altijd initialen in plaats van voornamen als ik over reële personen uit het dagelijkse leven schrijf; ik vraag in de mate van het mogelijke de toestemming van de personen die op mijn foto’s voorkomen alvorens ze, de foto’s, te ‘publiceren’; ik schrijf niet over mijn werk. Ik bedoel: het werk dat ik om den brode verricht. Ik schrijf eigenlijk nauwelijks over mezelf.
Er deden zich dan ook nog maar een paar kleine incidentjes voor. Iemand maakte mij eens attent op het feit dat het niet kies was een foto van een invalide vrouw te plaatsen, een bevriende kunstenaar protesteerde tegen wat ik over zijn werk had geschreven, een tafelgenoot nam aanstoot aan het feit dat ik een gesprek dat ik met hem had gevoerd in een stukje had gebruikt. Ik heb iedere keer de post in kwestie weggehaald of aangepast en mij bij de betrokkenen verontschuldigd. Of ik daarmee mijn ongelijk toegaf, lijkt mij weinig relevant: het feit alleen al dát deze mensen zich benadeeld voelden, was voor mij al genoeg. Dit is inderdaad een publiek toegankelijke plek en je kunt er dus niet om het even wat zeggen.
Zo kan het bijvoorbeeld niet wat mevrouw Nathalie Lubbe Bakker heeft gedaan. Je kunt het niet maken om de strapatsen van iemand die in het café waar je werkt grote sier maakt op je blog wereldkundig maken. Ook niet als het om een minister gaat – maar dat maakt eigenlijk geen verschil uit. Maar als die minister er blijk van geeft zijn job niet voldoende au sérieux te nemen, hetgeen niet alleen uit de visuele en auditieve observaties van mevrouw Lubbe Bakker (lallen, zwalpen) kan worden afgeleid maar ook uit de door haar gerapporteerde mededeling van een loslippige ministeriële medewerker die stelde dat de missie in de verre en mooie en aangename stad New York niet noodzakelijk was en dus, impliciet, dat de belastingbetaler niets anders ophoest dan de kosten van een plezierreisje: dat is wat anders natuurlijk. Dan spreken we over een politiek relevant feit. Al moet ook in dat geval de blogger zich hoeden voor het gebruik van namen. Beter ware het geweest indien mevrouw Lubbe had gesproken van ‘een Belgisch minister in functie’ of dat ze een gelijkaardige formulering had gebruikt.
Het staartje van deze affaire is kwalijk. Nathalie Lubbe Bakker is barkeepster-af: haar werkgever, de gerant van het B-Café, was not amused met de in zijn ogen negatieve publiciteit. Was hier een telefoontje van het Ministerie van Defensie doorslaggevend geweest? – we zullen het nooit weten. En De Crem, die maakt van de gelegenheid gebruik om het medium in diskrediet te brengen: volgens hem zijn ‘alle politici in gevaar omdat we in een tijdsgeest leven waarin mensen “naar goeddunken en zonder enige verantwoording” op blogs posten’. 'Daartegen', aldus nog De Crem, ‘kunnen politici zich niet verdedigen’.