vrijdag 5 december 2008

Reactie

Esthetiseren van leed. Tja. Ik heb me ook al vaker afgevraagd hoe het zit met die twee (ogenschijnlijk) totaal tegengestelden. Enerzijds ben ik geneigd te beweren dat je het leed 'op zijn scherpst' moet tonen, en dat betekent niet noodzakelijk 'op zijn flagrantst' of 'op zijn rauwst'. Aan de andere kant is er natuurlijk ook de maker van het beeld, de fotograaf dus, die veel geleerd heeft over standpunt, diepte, compositie, licht, etc. van een foto. Hij/zij heeft de absolute neiging om sterke foto's te maken, die ook nog goed in elkaar zitten, zeg maar 'mooie' foto's wil maken. De meeste goeie fotografen willen het met alle foto's, dus waarom niet met foto's die leed laten zien. Finaal denk ik dus niet dat fotografen nu meer esthetiseren dan vroeger en dat er wellicht minder sprake is van een weloverwogen poging om meer esthetiek in schrijnende beelden te steken - omdat het zónder niet meer zou 'aanslaan' -, maar dat deze esthetiek altijd al aanwezig is geweest.

En er is ook nog dit: in de tekst wordt geopperd dat de kijker - consument - niet meer of nauwelijks nog beïnvloed wordt door beelden van leed. Dit gaat denk ik op voor een aanzienlijk deel van de mensen. Voor zij die zich liever baden in apathie en/of egoïsme en liever beelden zien van bv's, glamourgirls, tropische bestemmingen en designmeubelen. Laten we ook niet vergeten dat er 'een afstandelijke wereld van beelden' is ontstaan naast de realiteit. Maar ook voor hen die zich door deze beelden machteloos weten. We staan er even bij stil - even - en klasseren ze. We hebben al veel leed gezien, op foto's weliswaar. We dienen blijvend geconfronteerd met deze beelden. Er zijn ook steeds weer 'nieuwe' jonge mensen die in de volwassenheid treden en zich een oordeel moeten vormen van de realiteit. Het is vergelijkbaar met de steeds terugkerende items in de tijdschriften. Als de Flair zichzelf blijft herhalen is het omdat zij weten dat er zich elke week weer potentieel nieuwe lezers aandienen.

Luc