Hoe laat ben je opgestaan?
Om half vijf.
Waarom zo vroeg?
Ik kon niet meer slapen.
Hoe kwam dat?
Weet ik niet. Er waaide een deur open. Dat maakte me wakker. Hoewel…
Hoewel?
Ik denk dat ik al wakker was toen die deur openwaaide.
…?
Ik droomde.
Herinner je je nog iets van die droom?
Mmmm. Vaag.
Denk goed na.
Ik droomde van mijn moeder.
Gebeurt dat vaak?
Nooit.
Kun je je iets van die droom herinneren?
Het had iets met muziek te maken…
…?
Wacht, ik heb het. Hé, dat is vreemd.
Vreemd?
Ja, zij vroeg me iets van Roxy Music uit de computer te halen.
Iets van Roxy Music?
Ja, een song.
Welke?
Ik weet het niet. Ik denk dat het woord ‘return’ in de titel stond.
Ik ken geen songs van Roxy Music met het woord ‘return’ in de titel.
Ik ook niet. Maar het is een droom, niet?
Juist, ja. Wat weet je er verder nog van?
Ik vond dat liedje dus niet in mijn computer. Mijn hele klasseersysteem lag overhoop.
Hoe kwam dat?
Ik had het slecht opgesteld. Er zat geen systematiek in. En nu bleek het dus onbruikbaar: ik vond dat liedje niet.
En verder?
Mijn moeder was kwaad. Meer herinner ik me niet van die droom.
Je bent dus opgestaan om half vijf. Wat heb je dan gedaan?
Met een glas appelsiensap van het merk Dr. Siemer bij de computer gaan zitten. Beginnen werken.
Het is nu zeven uur. Heb je ondertussen nog iets anders gedaan? Heb je al ontbijt genomen bijvoorbeeld?
Ik heb een foto gepost op mijn blog. En dan ben ik ook even gaan kijken op de blog ‘Flowerville’. Dat was al een tijdje geleden. Ik vond er – op 3 mei – een geestige conversatie over potplanten. Het procédé – met vraag en antwoord – deed me denken aan het voorlaatste hoofdstuk van Ulysses. Dat meldde ik Flowerville ook in de comments. En het inspireerde me om dit te schrijven.
Wat ga je nu doen?
Eens kijken op het internet of Roxy Music inderdaad niets heeft met ‘return’ in de titel, en dan dit stukje nog eens nalezen, en als ik het goed genoeg vind het posten, en dan nog een beetje werken – en rond een uur of acht ontbijt ik, terwijl ik naar Télé Matin kijk op France 2.