dinsdag 30 mei 2006

Mijn eigen namen (37)

ANATOOL
Bij Nero is Ricardo een Maltese boef, bij Kuifje is het janhagel vaak van obscure Aziatische of Oost-Europese komaf, en bij Jommeke heet de slechterik meteen al in het eerste avontuur, De jacht op een voetbal, Anatool. De butlerachtige figuur met rechthoekig hoofd, zwarte livrei-jas en kniebroek leidt op het knalrode voorplat de achtervolging op onze held met het strooien dak op z’n kop. Alleen al met zijn naam verwijst Anatool naar verre allochtone streken. (Het album – ‘Weer een kapoentjesuitgave’ – was in mijn bezit en het bleek op een dag daaruit verdwenen nadat een gezinsgenote had geoordeeld dat ik het wel niet meer nodig zou hebben en het aan een jeugdbeweging waarmee ik niets had te maken had weggeschonken.) Ik schat dat in nog heel wat andere stripreeksen uit die tijd, die misschien niet allesbepalend zijn geweest maar toch wel een zekere onderhuidse invloed zullen hebben uitgeoefend, de schurken niet wat je noemt onverdacht Vlaams-Arische types waren.